- +31 6 55757441
- Zuideinde 1C 2371BP, Roelofarendsveen
Wanneer een eicel en een zaadcel samensmelten, ontstaat een nieuw mens met een unieke blauwdruk en een nog onbeschreven binnenwereld. Je blauwdruk is je genetische materiaal; het bevat alle informatie over je fysieke aanleg, zoals de kleur van je ogen, haar en huid. Ook je karaktereigenschappen en je fysieke en mentale potentieel liggen hierin vastgelegd – dit noemen we ‘Nature’.
Tijdens je reis naar geboorte en onafhankelijkheid doe je diverse ervaringen en gebeurtenissen op. Deze worden opgeslagen in je binnenwereld, ook wel je referentiekader genoemd – dit is ‘Nurture’. Deze ervaringen laten een diepe indruk achter, vergelijkbaar met de eerste voetstappen in verse sneeuw. Die indrukken noemen we imprints. Ze zijn niet zomaar uit te vegen, maar het goede nieuws is: het is ook zeker niet onmogelijk! Er zijn positieve imprints die we graag behouden, en negatieve imprints die je wellicht in je leven wilt transformeren.
Positief (links) en negatief (rechts) referentie kader.
Alles wat we meemaken slaan we op. Deze herinneringen worden niet alleen in onze hersenen vastgelegd, maar ook in onze cellen. Wanneer we in een nieuwe situatie terechtkomen, ‘scant’ ons interne systeem razendsnel onze opgeslagen ervaringen om te bepalen hoe we vergelijkbare gebeurtenissen eerder hebben beleefd. Hebben we een situatie als negatief ervaren? Dan is de kans groot dat we die ervaring liever niet herhalen, en je voelt misschien weerstand tegen wat komen gaat.
Voorbeeld: Stel, de eerste keer dat je in een lift stond, kwam je vast te zitten. Dit was een onplezierige ervaring; je was alleen en wist niet wat te doen. Het gevolg kan zijn dat je nu altijd de trap neemt, zelfs naar hoge verdiepingen, of dat je alleen nog met iemand anders de lift instapt. In jouw referentiekader is opgeslagen: “Lift = eng, dus vermijden.”
Referentiekaders zijn uniek voor ieder persoon, omdat iedereen andere ervaringen heeft opgedaan. Neem bijvoorbeeld een lolly: de één kreeg die altijd van een geliefde oom, als een cadeautje. Dat is een positieve herinnering. De ander viel met zo’n zelfde lolly in de mond, wat een pijnlijke, negatieve ervaring was. Die persoon zal geen fan zijn van lolly’s. Dit soort ervaringen beginnen al bij de verwekking, wanneer het lichaam al herinneringen begint op te slaan.
Je kent misschien de uitdrukking: “Zo binnen, zo buiten.” Dit betekent dat alles wat je extern meemaakt, ook intern weerspiegeld wordt. Vaak zijn we ons niet bewust van deze innerlijke wereld, die vaak ons onderbewuste wordt genoemd. Toch kun je oefenen om je er meer van bewust te worden. Zelfbewustzijn en introspectie zijn hierin sleutels.
Ons lichaam geeft voortdurend signalen af aan ons brein over onze innerlijke staat, voornamelijk via gevoel. Dit gevoel kan vervolgens worden omgezet in emoties of gedachten die we ons bewust worden. Maar je kunt een stap eerder zijn: door simpelweg te voelen wat er vanbinnen gebeurt. Dit ‘voelen aan de binnenkant’ is introspectie. Iedereen kan dit, maar het wordt zelden geoefend. We zijn veel meer geneigd om onze gedachten, onze ‘mind’, te controleren. In deze module/leerweg moedig ik je keer op keer aan om niet te vertrouwen op je gedachten, maar op wat je voelt. Zo kom je dichter bij de kern van jouw imprints.
Beweegpatronen, gedragspatronen en zelfs denkpatronen worden gevormd door onze blauwdruk en de imprints (ervaringen en gebeurtenissen) die we in ons leven opdoen. Vooral negatieve ervaringen leiden ertoe dat we ons gedrag aanpassen, en zo ontstaan er patronen. Als zygoot, foetus of baby heb je nog weinig keuze in je gedrag en kun je je nauwelijks verzetten tegen externe krachten. Daarom hebben negatieve ervaringen en gebeurtenissen in deze vroege periode een enorme impact op de ontwikkeling van deze patronen. Vandaar ook de term ‘imprint’: het is letterlijk in je gedrukt.
Als deze vroege imprints zo’n significante indruk achterlaten, kunnen ze dan wel veranderen? Jazeker, bijna alles kan worden geheeld. Het is echter vaak een langdurig proces dat gepaard kan gaan met intense emoties en periodes waarin het lijkt alsof er niets verandert. Een transformatieproces van imprints vraagt om veel doorzettingsvermogen. Soms is het zoeken naar deze transformatie zelfs de enige manier om je leven leefbaar te maken, vooral wanneer de huidige realiteit als zwaar wordt ervaren en elke verandering een verademing zou zijn. Voor de één is verandering een absolute noodzaak, voor de ander een wens. Hoe is dat voor jou?
‘Pre’ betekent vóór, ‘peri’ betekent rondom, en ‘nataal’ verwijst naar de geboorte. Met pre- en perinataal wordt dus het geheel van processen vóór en rondom de geboorte bedoeld.
De pre- en perinatale periode is ook preverbaal. Dit betekent vóór het spreken. In het leven van een mens is dit de periode vóór het tweede levensjaar. Daarna begint de taalontwikkeling en kun je je steeds beter uitdrukken met woorden. De fase van de verwekking tot de leeftijd van twee jaar is de pre-verbale fase, waarin woorden nog geen betekenis hebben. Gevoel is dan ook het eerste zintuig dat volledig aanwezig en actief is.
De woordeloze ruimte is dan ook de gevoelsruimte – gevoel zonder de belemmering van woorden. In deze ruimte kun je werkelijk in contact komen met je diepste gevoelens en de antwoorden die daaruit voortkomen. Gevoel bevat vaak veel meer informatie dan taal; woorden schieten immers vaak tekort bij het beschrijven van complexe emoties en sensaties.
We beginnen ons leven volledig in deze woordeloze ruimte, wat betekent dat we alles via ons gevoel meekrijgen. Later, wanneer taal zich ontwikkelt, wordt de woordeloze ruimte geleidelijk kleiner. Het is zelfs mogelijk om het contact met deze ruimte volledig te verliezen. Dat is zonde, want juist daar ligt een schat aan waardevolle informatie opgeslagen.