In de baarmoeder

In de baarmoeder

De ontdekking van een zwangerschap markeert het begin van een diepe verbinding met je moeder. Soms is deze verbinding wellicht vooral gericht op overleven, omdat een emotionele of energetische band (nog) niet volledig tot stand kan komen. Hopelijk mag de band met jouw moeder een fijne zijn.

Gedurende de negen maanden in de baarmoeder ondergaat een ongeboren kind een indrukwekkende ontwikkeling. Vanuit een zygote transformeert het naar een embryo, vervolgens naar een foetus en uiteindelijk naar een baby. De overgang van zygote naar embryo vindt al na ongeveer 3 weken zeer snel plaats, wanneer er een duidelijk onderscheid zichtbaar wordt tussen de placenta, vruchtzak en het begin van de foetus. De embryonale fase duurt van week 3 tot en met week 8, waarin onder andere het zenuwstelsel zich ontwikkelt. Rond 4 tot 6 weken beginnen cellen op de plek van het toekomstige hart al te kloppen.

Met 8 weken is het zenuwstelsel grotendeels aangelegd; daarna groeit het voornamelijk in lengte. Een aangelegd zenuwstelsel betekent dat het de capaciteit heeft om informatie op te slaan. Vanaf dit moment kunnen concrete gevoelsherinneringen worden vastgelegd. Waar eerdere herinneringen vooral in het celgeheugen werden opgeslagen, ontstaat nu de mogelijkheid voor zintuiglijke herinneringen via tast. Dit is tevens het moment van de overgang van de embryonale naar de foetale fase.

Na 12 weken zijn alle blauwdrukken van de organen aanwezig. Vanaf dit punt neemt ook de kans op een miskraam drastisch af, omdat alle structuren zijn aangelegd en alleen nog hoeven te groeien en zich te specialiseren.

Rond 20 weken is een ongeboren kind levensvatbaar. Hoewel nog niet alle organen volledig zelfstandig en gecoördineerd functioneren, zijn de huidige medische technieken in staat om het rijpingsproces, zoals dat genoemd wordt, buiten de baarmoeder te ondersteunen. In de module ‘Verwekking’ wordt dieper ingegaan op de manieren waarop technologie het gehele geboorteproces kan ondersteunen of zelfs overnemen, inclusief de mogelijke consequenties hiervan.

De resterende 20 weken, van week 20 tot 40 (ongeveer 4,5 tot 9 maanden), staan in het teken van verdere groei en ontwikkeling in de baarmoeder. Geleidelijk aan krijgt het kind steeds meer mee van de buitenwereld, zoals bewegingen, geluiden en andere prikkels. Meer details hierover komen in volgende lessen aan bod.

De overgang van de foetale fase naar de babyfase vindt plaats bij de geboorte. Pas buiten de baarmoeder wordt een kind officieel als baby aangeduid.